<< Klik voor weergeven inhoudsopgave >> Navigatie: Bestek bewerken > Referentiebestanden > Moederbestand weergeven in de module Specificeren |
Lint: [Start] + [Referentiebestanden] + [Moederbestand]; sub: [Moederbestand] Sneltoets: <F8> Icoon: |
Wanneer een bestand op de normale manier wordt geopend, gaat het programma er van uit dat in dit bestand zal worden gewijzigd. Het bestand wordt naar het werkgeheugen op de computer gekopieerd. Wijzigingen in het bestand worden in het bestand in het werkgeheugen aangebracht. Wanneer de wijzigingen moeten worden bewaard, wordt het bestand vanuit het werkgeheugen weer gekopieerd naar de plaats waar het bestand stond.
Een moederbestand wordt gebruikt om uit de kopiëren. Er wordt niet in het moederbestand gewijzigd. Met één van bovenstaande mogelijkheden wordt een bestand geopend met als enige doel om uit dat bestand te kopiëren. Het gebruik van het moederbestand gebeurt op dezelfde wijze als een gewoon bestand. Het programma zorgt er voor dat het moederbestand als 'alleen-lezen' wordt geopend. Dit houdt in dat er van dit bestand geen reservebestand wordt aangemaakt (er worden immers toch geen wijzigingen aangebracht), waardoor het openen sneller gaat.
Met deze functie wordt het bij [Bestand] + [Instellingen] + [Opties], sectie 'Algemeen', Rubriek 'Bestanden' ingestelde bestand geopend.
Het selecteren van regels werkt als volgt:
•Een klik met de linker muisknop in het selectievakje of een <Ctrl> + linker muisknop in de Code of Omschrijving (de-)selecteert één individuele regel en houdt een eventueel al aanwezige selectie in stand.
•Een klik met de linker muisknop in de Code of Omschrijving (de-)selecteert één individuele regel en houdt een eventueel al aanwezige selectie NIET in stand.
•<Ctrl> + linker muisknop in het selectievakje (de-)selecteert een regel inclusief alle posten die daar middels een hiërarchische relatie bij horen en houdt een eventueel al aanwezige selectie in stand.
Wanneer in het venster op de rechtermuisknop wordt geklikt, opent zich het volgende contextmenu:
Met de eerste optie opent zich een dialoogvenster met de map, zoals die bij [Bestand] + [Instellingen] + [Opties], sectie 'Algemeen', Rubriek 'Bestanden' is ingevuld. Op deze manier kan dan een ander moederbestand worden geselecteerd en geopend.
Ibis voor Infra kan document georiënteerd werken (net als bijvoorbeeld Word en Excel) maar kan ook met een centrale database werken. Als centrale database wordt SQL Server gebruikt. In welke van de twee modi Ibis voor Infra moet werken, is in te stellen bij de opties van het programma. Het openen van een moederbestand is verschillend voor document georiënteerd werken en voor werken in een SQL Server omgeving.
Zoeken in |
Hier wordt de ingestelde standaardmap getoond.
|
Bestandsnaam |
Standaard wordt de naam getoond van hetgeen onder 'Opties' bij de sectie 'Algemeen', Rubriek 'Bestanden' is ingesteld. Eventueel kan hier een andere naam worden ingevoerd. |
Knoppen
Openen |
Open het gekozen bestand. |
Annuleren |
Verlaat het scherm zonder een moederbestand te openen. |
Dit projectvenster toont de indeling van de SQL Server database met de aanwezige projecten. Aan de linkerzijde wordt een structuur weergegeven. Aan de rechterzijde van het projectvenster worden in een raster de projecten getoond. De projecten in de actieve map in de mappenstructuur worden hierin weergegeven. Met behulp van de optie 'Inhoud van de submappen ook tonen' worden desgewenst ook de projecten in onderliggende mappen weergegeven.
Openen |
Open het gekozen project en sluit het venster.
|
Annuleren |
Verlaat het venster zonder een bestand te openen. |
De schermlocatie en de afmetingen van dit venster wordt door de gebruiker bepaald.
Het venster kan op een iedere locatie op het beeldscherm worden geplaatst door het met ingedrukte linkermuisknop in de titelbalk vast te pakken en naar een nieuwe schermlocatie te verslepen. Om het plaatsen van het venster op een andere locatie te vergemakkelijken toont het programma bij het verslepen de volgende hulpiconen:
Als het venster over één van de eerste vier iconen wordt gesleept en dan wordt losgelaten, wordt het venster respectievelijk aan de linker-, boven-, rechter- of onderzijde van het scherm geplaatst.
Als een venster over een deel van het laatste hulpicoon wordt gesleept en vervolgens losgelaten, wordt het venster aan de betreffende zijde of als tabblad van het venster, waarin dit hulpicoon staat, geplaatst.
De afmetingen van het venster is te wijzigen door met de linkermuisknop op de dubbele rand te klikken en ingedrukt te houden, en vervolgens de muis te verschuiven.
Tevens kan dit venster automatisch worden verborgen met behulp van de punaise in de balk. Afhankelijk van de weergave van deze punaise is het venster vastgezet () of 'autohide' (). In de laatste situatie verdwijnt het venster van het beeldscherm en wordt het vervangen door een tabblad aan de rand. Het venster wordt tijdelijk zichtbaar door het met de muis aan te wijzen. Na het aanklikken van een ander venster verdwijnt het venster weer.