De applicatie Ibis voor Infra van Ibis is uitgerust met een voorziening waarmee gecontroleerd kan worden op de beschikbaarheid van updates van Ibis voor Infra. Met betrekking tot het automatisch updaten gelden de volgende uitgangspunten:
•Deze functionaliteit werkt enkel als de programmatuur via de reguliere setup is geïnstalleerd.
•Het automatisch updaten werkt enkel als de major versienummering hetzelfde blijft. Het versienummer van Ibis voor Infra is opgebouwd volgens het volgende format: major.minor.revision.hotfix. Bijvoorbeeld: 1.0.0.0 (hierbij moet worden opgemerkt dat het hotfix nummer enkel in de applicatie wordt getoond indien dit afwijkt van het cijfer nul).
Bovenstaande houdt in dat een automatische update werkt van bijvoorbeeld versie 1.0.0.0 naar 1.0.1.0 of van versie 1.1.3.0 naar 1.3.0.0. Maar de automatische update werkt NIET van bijvoorbeeld van versie 1.3.0.0 naar 2.0.0.0.
•Als Ibis voor Infra via hosting via de Ibiscloud (AVD) omgeving wordt afgenomen, is het niet mogelijk om gebruik te maken van de functionaliteit die wordt beschreven in dit hoofdstuk.
LET OP: |
Met behulp van het update mechanisme, worden bestaande bestanden overschreven. Wij raden u daarom aan om een reservekopie te maken van de door de gebruiker aangepaste bestanden zoals kolomdefinitiebestanden en rapportbestanden voordat u de installatie via het automatisch updaten uitvoert. |
Er kan bij de opties, te bereiken via het lint [Bestand] + [Instellingen] + [Opties], van Ibis voor Infra worden ingesteld op welke locatie er gecontroleerd moet worden op de aanwezigheid van deze updates:
•op de website van Brink Software: www.ibis.nl;
•op een eigen in te stellen locatie.
Dit ziet er op het optievenster als volgt uit:
Daarnaast kan worden aangegeven of er bij het opstarten van de applicatie moet worden gecontroleerd op de aanwezigheid van updates.
Wanneer gekozen wordt om gebruik te maken van een eigen locatie kan door deze locatie worden gebladerd met behulp van de knop ‘Bladeren’ (
). In deze aan te wijzen locatie moet de systeem- of applicatiebeheerder vervolgens eerst submappen aanmaken bestaande uit het versienummer van de update. Dit versienummer bestaat altijd uit 4 cijfers gescheiden door punten. Het versienummer is opgebouwd volgens het volgende format: major.minor.revision.hotfix. Bijvoorbeeld: 1.2.0.0.
Vervolgens moet(en) er in deze submap een submap worden aangemaakt waar de 64-bits versie van het installatieprogramma wordt geplaatst. Deze submap moeten heten x64.
Als het versienummer van de update bijvoorbeeld 1.2.0.0 is, dan moet de volgende map worden aangemaakt:
•\\<SERVER>\<UPDATEFOLDER>\1.2.0.0\x64.
In deze twee submap moet het installatieprogramma worden geplaatst.
Daarnaast kan via het lint [Bestand] + [Help] + [Controleren op updates] te allen tijde deze controle worden aangeroepen:
De locatie waar dan deze controle wordt uitgevoerd, is de ingestelde locatie bij de opties van Ibis voor Infra.